Read in:
English
Op het dak van het Amsterdamse VU medisch centrum staat de Lifeliner 1, de gele helikopter van de ANWB-MAA. VUmc was het eerste ziekenhuis in Nederland dat in het bezit was van een helikopter en een Mobiel Medisch Team (MMT). Het MMT redt al 23 jaar mensenlevens. Hoe dat eraan toe gaat vertellen Fenny Dunning, chief nurse, en Marcel de Leeuw, chief doctor en medisch coördinator.
Op de tiende etage van het Amsterdamse academisch ziekenhuis, vlak onder het dak, heb ik een afspraak met Fenny en Marcel. In deze ruimte, speciaal ingericht voor de MMT’ers liggen de helmen en oranje overalls. Een paar traptreden hoger staat de knalgele heli, de Lifeliner 1. De dienstdoende ploeg van vandaag zit klaar om elk ogenblik in actie te komen. Op dit moment is het rustig, maar dat kan zo veranderen.
‘Mobiel Medisch Team van VUmc rukt zo’n negen à tien keer per dag uit’
“Het Mobiel Medisch Team is in 1995 in het leven geroepen als aanvulling op de bestaande Nederlandse, hoogwaardige ambulancezorg”, zo vertelt arts Marcel. “We begonnen als een pilot, maar inmiddels rukt het MMT van VUmc zo’n negen à tien keer per dag uit. Dat is goed voor zo’n 3.500 oproepen per jaar. Onze MMT is verantwoordelijk voor het gebied Noordwest-Nederland. Vanaf het dak van VUmc kunnen we binnen 20 minuten op Texel landen. Die factor ‘tijd’ kan mensenlevens redden.”
Medisch team
Intussen heeft Nederland vier Mobiel Medisch Teams; het Amsterdamse VUmc, het Radboudumc in Nijmegen, UMCG in Groningen en het Erasmus MC in Rotterdam. Allemaal zijn ze in het bezit van een heli en een auto, een snelle Audi. “We staan 24/7 paraat, werken in twee ploegen met tien verpleegkundigen, dertien artsen, dertien chauffeurs en zes vaste piloten”, legt chief nurse Fenny uit. “Onze piloten hebben een fulltime job; de artsen, verpleegkundigen en chauffeurs werken hier parttime en hebben nog een andere functie binnen het ziekenhuis of binnen de ambulancedienst.”
Ernstige verkeersongelukken, schiet- en steekincidenten, kinderreanimaties, drugsgerelateerde patiënten, drenkelingen, ongevallen met tram- trein of metro, ongelukken met parachutisten, kitesurfers of wielrenners, de hele dag komen bij 112 dit soort meldingen binnen. Wanneer komt het Mobiel Medisch Team in actie?
Overlevingskans
Fenny: “Als er een ongeval of een misdrijf plaatsvindt wordt 112 gebeld. Zodra de melding bij de meldkamer binnenkomt, wordt door de centralist bepaald wie erheen wordt gestuurd: politie, ambulance of brandweer. Als er iemand op het sportveld door zijn enkel gaat, rukken wij uiteraard niet uit. Gaat het om een ernstig ongeval, dan gaat, naast een of meerdere ambulances, ook het Mobiel Medisch Team erheen. Dit omdat wij, in tegenstelling tot het ambulancepersoneel, beschikken over een trauma-arts. En hoe sneller de arts ter plekke kan zijn, hoe groter de overlevingskans. Binnen twee minuten zijn we op pad, de specificaties van het ongeval krijgen we te horen in de heli of auto.”
‘We kunnen echt het verschil maken, mensenlevens redden, daar doen we het voor’
Alles draait dus om tijd. En de tijdswinst van het MMT zit hem in de snelheid waarmee het team de arts bij de patiënt kan brengen. De behandeling die normaliter pas in het ziekenhuis plaatsvindt, kan zo door de dienstdoende trauma-arts ter plekke worden opgestart. “Het zogenaamde ‘golden hour’, het eerste uur na het ongeval, is van levensbelang. Hoe sneller we kunnen handelen, hoe groter de overlevingskansen. Zodra we ter plekke zijn kunnen we, indien nodig, invasieve interventies op straat uitvoeren”, legt Marcel uit.
“Dat houdt in dat we, bijvoorbeeld in geval van een klaplong, een borstkast deels kunnen openen, iemand onder narcose kunnen brengen en starten met invasieve beademing als er sprake is van ernstig schedelhersenletsel of bloedtransfusies kunnen geven. We stabiliseren de vitale functies waarna het slachtoffer, meestal per ambulance, naar het ziekenhuis kan worden vervoerd. In een sterke minderheid gaat de patiënt mee de heli in. Dit omdat het vervoer door de lucht ook nadelen heeft (beperkte behandelmogelijkheid) en de beoogde tijdswinst vaak minimaal is. In onze regio zijn namelijk relatief veel, goed aan te rijden, ziekenhuizen. Plus het feit dat niet ieder ziekenhuis de luxe van een eigen landingsplatform heeft. Onze arts gaat dus meestal met de ambulance en het slachtoffer mee naar het desbetreffende traumaziekenhuis.”
Wieken of wielen
Alles draait dus om tijd. Hoe sneller ter plekke, hoe meer kans het slachtoffer heeft. Vervoer van artsen en verpleegkundigen door het luchtruim lijkt altijd de snelste weg, maar schijn bedriegt. Fenny: “Afhankelijk van de afstand die we moeten overbruggen en de locatie, wordt de keuze gemaakt: de helikopter of onze snelle Audi. Heeft er een ongeval plaatsgevonden op het strand, dan is onze helikopter het snelste vervoersmiddel. Binnen de Ring Amsterdam is het handiger om de auto te gebruiken. Ook het weer speelt een rol. Is het zicht slecht en niet ‘vliegbaar’, dan hebben we geen keuze, en zullen we de auto moeten gebruiken.
Tijdens ons gesprek gaan opeens alle piepers af. De mannen springen op, er wordt druk gepraat en tassen gepakt. Er is melding gemaakt van een kindje dat uit een raam is gevallen. Gezien de locatie wordt er besloten om met de Audi naar het ongeval te rijden. De spanning stijgt, de mannen rennen naar de lift, springen in de auto en zetten hun sirenes aan. Weg zijn ze. En dat in nog geen 2 minuten. Meer feiten over het slachtoffertje krijgen ze te horen in de auto. Ik voel de gedrevenheid van dit team, de hechte samenwerking.
“Als elke seconde telt”
Mensenlevens redden
“Inderdaad zijn we trots op wat wij met elkaar doen”, beaamt Marcel. “In de loop van de jaren hebben we ons steeds verder ontwikkeld. Onze ploeg voelt aan als een hechte familie. We kunnen echt het verschil maken, mensenlevens redden. Slachtoffers van wie je in de eerste instantie vreest dat die geen overlevingskans hebben. Patiënten die je midden op straat behandelt, de vitale functies veiligstelt. Van wie je later hoort dat ze hersteld zijn en het ziekenhuis hebben verlaten. Daar doen we het voor. Dat doen we met elkaar. Als team, een keten die bestaat uit brandweer, ambulance, politie en wij, het Mobiel Medisch Team. De kracht zit ‘m in die samenwerking. Er daar mogen we met elkaar best trots op zijn.”
Nog geen half uur nadat het MMT met spoed op de melding van het gevallen kindje waren afgegaan, komen ze de afdeling weer binnenlopen. Het ongeluk bleek gelukkig mee te zijn gevallen. Het kindje is helemaal in orde.
Bijschrift hoofdfoto: Het MMT met vlnr Marcel de Leeuw (chief doctor en medisch coördinator), Martijn Hoeksema (anesthesioloog-intensivist), Hendrik de Vries (HEMS crewmember) en Jorg Langenhorst (piloot van de Lifeliner 1 traumahelikopter) BEELD: CAROLINE VLIETSTRA
Read in:
English