Read in:
English
Er was eens… een klassiek geschoolde bakker uit Frankrijk die verliefd werd op een Nederlandse dame. Sébastien en Susan Roturier popelden om de eerste Franse boulangerie in Nederland te openen, maar de bank geloofde er niet in. Ze kregen geen lening en hadden daardoor geen geld om personeel aan te nemen. Wonder boven wonder kwam Le Fournil de Sébastien in 2007 toch van de grond. En hoe! Buurtbewoners stonden vanaf dag één in de rij.
“Dat succes was leuk. Maar die periode was een drama!”, vertelt Sébastien. Hij had in die begintijd nog geen bakkers in dienst. Werkdagen duurden geregeld een uur of twintig. En toen stond plotseling ook nog eens wijlen de gevreesde Johannes van Dam voor de deur in zijn illustere donkere pak en met hoge hoed. De man noemde zichzelf de beste culinaire journalist van Nederland en had de reputatie dat hij horecagelegenheden kon maken of breken.
Van Dam wilde weleens zien hoe het er bij de populaire bakkerij aan toeging. Gelukkig schreef hij een daverende recensie in Het Parool. De omzet steeg acuut met 30 (!) procent. Nu, ruim tien jaar later, heeft Le Fournil honderd medewerkers in dienst, verspreid over drie locaties in Amsterdam, Amstelveen en Hilversum.
La douce France
Die recensie had overigens niet gehoeven. De geur van verse broden die zich over het Olympiaplein verspreidt, spreekt voor zich. Sommige klanten komen zelfs uit Apeldoorn wekelijks naar Le Fournil om hun brioches, pains spéciaux’ met olijven, abrikozen, vijgen of knoflook halen. Dikwijls nemen ze meteen een paar macarons en citroentaartjes mee, want Le Fournil verkoopt ook heerlijke patisserie.
Sébastien: “Het is hier net als in Frankrijk. Kinderen rennen naar binnen en klimmen meteen op het bankje om door het glas naar de bakkers in de productiekeuken te kijken. Ik ben blij met die ramen, want zo zien de klanten niet alleen het ambacht, maar ook hoe druk de bakkers daarmee bezig zijn…”
En inderdaad. In de keuken benen de bakkers driftig heen en weer en wordt er uitsluitend in het Frans gesproken. Immers, alle medewerkers komen uit Frankrijk.
Baguette als kunst
Volgens een recente aflevering van het televisieprogramma Keuringsdienst van Waarde, maakt slechts 1 procent van de Nederlandse bakkers zijn eigen croissants zelf. Sébastien: “Dat klopt. Bijna alle bakkers gebruiken halffabricaten en kant-en-klare mixen. Maar zo hoort het niet. Daarom zijn baguettes en croissants voor mij ook het moeilijkst om te maken. We produceren ze van A tot Z helemaal zelf. Met slechts een paar basale grondstoffen. Zout, zuurdesem… en het Tradition Française-meel, natuurlijk.”
Dat Tradition Française-meel is zowat een heilig goedje uit Frankrijk, als we het mogen geloven. “Dit moet aan allemaal strikte wettelijke eisen voldoen en wordt gemaakt zonder ‘trucjes’ zoals broodverbeteraars. Dus de kwaliteit is ieder jaar weer anders. Daar moeten we op inspelen. (Sébastien pakt een baguette, red.) Kijk, deze is scherp, knapperig en gebruind van buiten. Van binnen moet deze zacht en luchtig zijn. Geen sponsbrood, zoals in de supermarkt.”
“En vergeet de aroma’s niet. Daarvoor moet het deeg lang rijzen, tussen de 18 en 24 uur… Dus vanaf twee uur ’s nachts staat hier altijd wel iemand een dienst te draaien. Er komen geen machines aan te pas. Dat is hard werken, maar dat is het ambacht. Ik ben er trots op. Net als het feit dat we alleen vloeibaar zuurdesem gebruiken, wat beter is voor de spijsvertering.”
Met een broodje lopen
“De gemiddelde Nederlander – en vooral de bewoner van Amsterdam-Zuid – is op veel plekken geweest en weet dus ook veel van smaken”, vertelt Sébastien. “Jullie zijn allang geen half-zes-eters meer. De stad loopt over van de delicatessenwinkels. De Franse en Italiaanse kazen liggen voor het grijpen. Ik vind het wel leuk dat de croissants hier zo populair zijn. In Frankrijk dippen we deze ‘s ochtends in de koffie of we eten ze tijdens het zondags ontbijt, maar de Nederlanders eten ze zowat de hele dag door. Ik vind het ook leuk als ze dan ’s avonds weer terugkomen voor een baguette. Want gelukkig weten steeds meer mensen hoe lekker een goed brood smaakt bij het diner en met een mooi glas wijn.”
Voor cateringopdrachten van hotelketens of andere grootschalige organisaties, heeft Sébastien beleefd bedankt. Net als een aanbod om jurylid te worden in het populaire tv-programma Heel Holland Bakt. “Ik wil absoluut geen showman worden. Of uitbreiden met een keten. Drie zaken is al meer dan zat. Worden het er meer, dan kan ik de kwaliteit moeilijker waarborgen. Ik wil hoogstens dat we bij Le Fournil alleen maar beter worden in het vak. En natuurlijk de nieuwe generatie bakkers de wijsheid bijbrengen. Ik heb het wiel ook niet uitgevonden, ik heb de kneepjes ook aangeleerd gekregen van de meesters. Die cyclus moet zich voortzetten. Vakmanschap moet in leven blijven.”
Le Fournil de Sébastien
Olympiaplein 119, Amsterdam
Amsterdamseweg 189, Amstelveen
Read in:
English